e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vorst, het vriezen gevreur: gevreur (Geysteren) vorst, het vriezen III-4-4
vriend vriend: vrint (Geysteren) vriend(in) [RND] III-3-1
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvrouw (Geysteren, ... ), wīēsvrouw (Geysteren) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] || vroedvrouw || vroedvrouw; (gediplomeerde) vrouw die helpt bij bevalling [DC 12a (1943)] III-2-2
vroegmis vroegmis: vruchmɛs (Geysteren) vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vrou (Geysteren), vruu (Geysteren) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrouw (Geysteren), vrouwmens: vrommes (Geysteren), wijf: wīēf (Geysteren) vrouw || vrouw, vrouwmens || vrouw, wijf III-2-2
vrouwelijk kalf maalkalf: mǭl[kalf] (Geysteren) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kuiken hennenkuiken: hɛnǝkykǝ (Geysteren) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijk lam germ: gɛrm (Geysteren) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap in het algemeen ooi: ōi̯ (Geysteren) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12