e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1782
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klompriem klompenbandje: klōmpǝbɛntjǝ (Geysteren) Leren band die over de klompopening van de lage en halfhoge klomp wordt bevestigd om te zorgen dat men de klomp tijdens het lopen niet verliest. De klompriem werd doorgaans niet door de klompenmaker, maar door de handelaar of door de klant zelf aangebracht. Een leren band op de klomp spijkeren noemde men in Sint-Truiden (P 176): een klonk beslaan (ǝnǝ kluŋk˱ bǝslōn). [N 60, 214c; N 97, 143; monogr.] II-12
klompschoen lage klomp: lage klompen  leeg klompen (Geysteren) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] III-1-3
klompspijkertje klompennagel: klōmpǝnāgǝl (Geysteren) Kort spijkertje met brede, platte kop waarmee de klompenriem aan de klomp wordt vastgemaakt. [N 97, 144; monogr.] II-12
klopper, garde kloprijsje: kloͅpriskə (Geysteren), rijsje: riskə (Geysteren) klopper van twijgen gemaakt || klopper voor het bereiden van eten, gemaakt van dunne geschilde berkentakjes, garde III-2-1
kluit fom: vom (Geysteren) een uit klei en kolengruis gemaakte bal, die in de kachel gestookt werd III-2-1
knecht, algemeen boden (coll.): bōi̯ǝ (Geysteren), boerenknecht: būrǝknēxt (Geysteren), daghuurder: daxhydǝr (Geysteren), knecht: knēxt (Geysteren) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneu heikneuter: heikneuter (Geysteren), kneutje: kneutje (Geysteren) heikneuter || Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] III-4-1
knie knie: kni-j (Geysteren), kné:j (Geysteren), knɛi (Geysteren) knie [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
knieholte hees: hèssə (Geysteren) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
kniptor knapper: knapper (Geysteren) kniptor III-4-2