26454 |
kropgat |
kropgat:
kropgat (L214a Geysteren)
|
Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h]
II-3
|
24484 |
kruid (alg.) |
kruid:
krüd (L214a Geysteren)
|
kruid, plant
III-4-3
|
22580 |
kruidwis |
kruidwis:
kruutwis (L214a Geysteren),
verzameling kruiden, gewijd op 15 augustus
krüdwis (L214a Geysteren)
|
kruidwis [N 06 (1960)]
III-3-2, III-4-3
|
26082 |
kruien |
kruien:
krø̜i̯ǝ (L214a Geysteren)
|
Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.]
I-13
|
20806 |
kruimel |
kruimel:
kryməl (L214a Geysteren)
|
kruimel
III-2-3
|
24415 |
kruipend ongedierte |
gewormt:
gewörmt (L214a Geysteren)
|
insecten, allerlei — samen
III-4-2
|
23203 |
kruisbeeld |
kruis:
kruus (L214a Geysteren)
|
Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
33551 |
kruisbes |
stekbeer:
stekbèèr (L214a Geysteren)
|
kruisbes
I-7
|
23313 |
kruisen, kruisdagen? |
kruisen:
kr^y:s (L214a Geysteren)
|
kruisen [RND]
III-3-3
|
26823 |
kruiwagen |
kruiwagen:
krøi̯wāgǝ (L214a Geysteren),
schurgskar:
šørxskar (L214a Geysteren)
|
Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.]
I-13
|