e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen zwarte blaar: zwartǝ blǭr (Grathem) [N 3A, 130b] I-11
zwarte kraai, kraai kraan: kraon (Grathem), kroeoon (Grathem) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai III-4-1
zwarte meisjesmuts met ingewerkte bloemen kapmuts: [sic; =N25,040]  kapmöts (Grathem) meisjesmuts, zwarte ~ met ingewerkte bloemen aan de voorkant en linten op de rug [kornetmuts] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte muts? toren: [sic]  toore (Grathem) muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte roodstaart steennachtegaal: steinnachtegaal (Grathem) zwarte roodstaart III-4-1
zwavelstok zwegeltje: sweagelke (Grathem) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx zwagel: zwaigel (Grathem), zwavel: zwêêvel (Grathem) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: smek (Grathem), zweep: zwēǝp (Grathem) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweep van de koeherder wats: watš (Grathem) Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146] I-11
zwemmen zwemmen: zwumme (Grathem) Zwemmen. [DC 38 (1964)] III-3-2