| 18531 |
koordje i.p.v. knoopsgat |
trensje:
Van Dale: trens!, 3. lus of oogje van garen om een haakje in vast te haken.
trênske (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
1. lus gemaakt in knoopgatenstreek || 2. lus gemaakt aan knoopsgat
III-1-3
|
| 18004 |
koorts |
koorts:
ku.ərs (Q193p Gronsveld)
|
koorts [RND]
III-1-2
|
| 33806 |
koot |
koot:
kōǝt (Q193p Gronsveld)
|
Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16]
I-9
|
| 19856 |
kop |
kop:
kǫp (Q193p Gronsveld)
|
De korte smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17c; N 98, 171; monogr.]
II-8
|
| 33063 |
kop van de schoof |
kop:
kǫp (Q193p Gronsveld)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
| 33137 |
kopdorser |
pinmachine:
penmǝšin (Q193p Gronsveld),
reiniger:
ręi̯nǝgǝr (Q193p Gronsveld)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 21411 |
kopen |
gelden:
gelle (Q193p Gronsveld)
|
kopen (geen context) [DC 37 (1964)]
III-3-1
|
| 19883 |
koper poetsen |
poetsen:
potsə (Q193p Gronsveld)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19582 |
kopje |
jatte (fr.):
drinkgerei
zjat (Q193p Gronsveld),
tas:
tas (Q193p Gronsveld),
drinkgerei
tas (Q193p Gronsveld)
|
drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || kop
III-2-1
|
| 33987 |
kopnet |
kopnet:
kǫpnęt (Q193p Gronsveld)
|
Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a]
I-10
|