e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte overjas jekker: jekker (Gronsveld), stoepje: Vero.  sjtupke (Gronsveld) kort mannejasje || overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korte spruit korte spruit: korte spruit (Gronsveld) De kortste van de twee spruiten. Zie ook afb. 25 en 26 en de toelichting bij het lemma ɛspruitenɛ.' [N O, 52c; N O, 51b; A 42A, 107 add.; A 42A, 5; monogr.] II-3
kortwieken leewieken: lewikǝ (Gronsveld), snijden: šniǝ (Gronsveld) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostbaar kostelijk: köstelik (Gronsveld) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
kosten gelden: gèlle (Gronsveld) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: kɛstər (Gronsveld) koster [RND] III-3-3
kotelet, ribstuk kotelet: cortelet (Gronsveld), kortelêt (Gronsveld), kotelet van het steeltje: kortelêtte van ’t sjtèlke (Gronsveld), ribje: rupke (Gronsveld) carbonade || gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] || ribstukje || steelcarbonade III-2-3
koud, mistig en somber weer dompetig (weer): doompetig (Gronsveld), dompig (weer): doompig (Gronsveld, ... ), doompig wèer (Gronsveld), droevig (weer): dreuvig wèer (Gronsveld), mistige lucht: mistige loch (Gronsveld), monketig (weer): moonketig (Gronsveld), neveltig: niéveltig (Gronsveld) mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistig, nevelig || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koudbeitel koudbeitel: kāt˱bē̜jǝl (Gronsveld) In het algemeen een beitel waarmee op koud ijzer wordt gewerkt. De koudbeitel is meestal zeskantig in doorsnee, soms ook rond of ovaal. Het werktuig wordt voor diverse werkzaamheden gebruikt zoals het weghakken van bramen en lasslakken, het doorhakken van bouten en het splijten van metaal. De koudbeitel is soms van een steel voorzien. Zie ook afb. 49. [N 33, 109; N 33, 112-113; N 64, 69b; monogr.] II-11
koude drukte maken bohei maken: behéj mäoke (Gronsveld) drukte maken voor niets [N 85 (1981)] III-1-4