33277 |
asperge |
asperge:
aspɛržǝ (Q193p Gronsveld)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|
26236 |
aswiel |
asrad:
asrad (Q193p Gronsveld),
kroonrad:
krū ̞onrāt (Q193p Gronsveld)
|
Het grote kamwiel aan de molenas van de windmolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op het spijlenrad. Zie ook afb. 49 en 64.2. Het is een wiel waarvan de tanden haaks of met een hoek van 45o op het vlak van het rad staan. Wanneer de molen niet voorzien is van een apart aswiel voor de reminrichting is rond het aswiel de zgn. vang bevestigd. Zie ook het lemma ɛgroot kamradɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in watermolens.' [N O, 11a; A 42A, 8; Sche 38; monogr.]
II-3
|
19561 |
aszeef |
kluitenzeef:
kluteziëf (Q193p Gronsveld),
kolenzeef:
koelezief (Q193p Gronsveld)
|
kolenzeef || zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21904 |
atelier |
werkhuis:
wërkes (Q193p Gronsveld),
werkplaats:
wërkplaots (Q193p Gronsveld)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33499 |
augurk |
komkommertje:
ideosyncr.
komkömmerke (Q193p Gronsveld)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
21137 |
auto |
auto:
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
auto (ōto of oͅuto) (Q193p Gronsveld)
|
auto
III-3-1
|
22370 |
autoped |
autoped:
otoped (Q193p Gronsveld),
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
autoped (Q193p Gronsveld)
|
Autoped. || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20582 |
avondmaal |
avondbrood:
aovendbroed (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
avondeten:
aaventè.te (Q193p Gronsveld),
aovenĕëten (Q193p Gronsveld),
salade:
sjlaot (Q193p Gronsveld)
|
avondmaal || de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avondmaal [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
24445 |
avondspin |
spin:
WLD de naam is sjp?n , geen geluk brengende maar regen voorspellende spin
sjpèn (Q193p Gronsveld)
|
spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20546 |
azijn |
azijn:
azién (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
eedje:
edsje (Q193p Gronsveld),
ètsje (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
azijn [DC 35 (1963)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|