id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18041 | jeuk | jeuk: juuek (Gronsveld), juuk (Gronsveld), juu‧k (Gronsveld) | jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2 |
18050 | jeuken | jeuken: juuke (Gronsveld) | jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2 |
18086 | jicht | gicht: gich (Gronsveld) | Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)] III-1-2 |
21280 | joelen | baljoenen: baljoene (Gronsveld) | zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1 |
22379 | jojo | jojo: jojo (Gronsveld) | Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
22548 | jokeren (kaartspel) | jokeren: jokere (Gronsveld) | Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2 |
20310 | jong (bn.) | jong: joonk (Gronsveld) | jong III-2-2 |
24175 | jong en kaal vogeltje | jong: joûnk (Gronsveld), pietje: troetelnaam pieteke (Gronsveld) | een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || vogeltje III-4-1 |
24176 | jong en kaal vogeltje adj. | kaal: käol (Gronsveld) | nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1 |
24338 | jong van een dier | jong: Gronsveld Wb joûnk (Gronsveld), jongen (mv.): Gronsveld Wb joûnge (Gronsveld), jonkie: jūngske (Gronsveld), klein beestje: klein bieske (Gronsveld) | Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || klein beestje [DC 37 (1964)] III-4-2 |