22325 |
kiskassen: steentje |
scheidelaar:
sjèigeler (Q193p Gronsveld)
|
1. Steen waar men mee "sjèigelt".
III-3-2
|
25563 |
klaar om gebakken te worden |
goed:
gōt (Q193p Gronsveld),
rijp:
rīp (Q193p Gronsveld),
vaardig:
vē̜rdex (Q193p Gronsveld)
|
Klaar om gebakken te worden, gezegd van gerezen deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28a]
II-1
|
19254 |
klaarkomen |
vaardigkomen:
vêrdig koëme (Q193p Gronsveld)
|
gereedkomen met wat men te verrichten heeft [geraken, klaarkomen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21802 |
klagen |
lamenteren (<fr.):
lamentere (Q193p Gronsveld)
|
droefheid en pijn door woorden te kennen geven, zich uitlaten over iets verdrietelijks [klagen, murmereken, kuimen, parmenteren, bulken, balken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
34158 |
klam trekken |
aantrekken:
ǭntrɛkǝ (Q193p Gronsveld)
|
Klam trekken is een teken van drachtigheid. Ongeveer vier of zes weken na de bevruchting is voor het eerst waar te nemen of een koe drachtig is. Wanneer men dan op de uier drukt, komt er een taai, kleverig vocht uit. [N 3A, 38a]
I-11
|
26179 |
klampen |
kleppen:
klępǝ (Q193p Gronsveld)
|
De klampen waarmee de windborden aan de voorzoom vastliggen. [N O, 4c; A 42A, 68; N O, 4d]
II-3
|
21862 |
klant |
klant:
klaant (Q193p Gronsveld)
|
iemand die in de winkel iets komt kopen [klant, kalant, cliënt] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24185 |
klapekster |
keekekster:
kèïkèkster (Q193p Gronsveld),
HBHS eekekster, met voorgevoegde k? uit reduplicatie?
kĕĕkĕĕkster (Q193p Gronsveld)
|
Hoe heet de klapekster? [DC 06 (1938)] || klapekster (24 lijkt wel op de ekster [073] maar heeft meer grijs, is kleiner; erg zeldzaam, nu alleen nog op sommige heivelden; hele jaar hier; broedt in doornstruiken; prikt gevangen diertjes op iets scherps vast [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21900 |
klaplopen |
profiteren:
prôfetere (Q193p Gronsveld)
|
leven van de goedgeefsheid van iemand anders [klaplopen, schoefelen, smarotsen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23181 |
klappertje |
hoedje:
t Jûingske krèg mêt Sinterklaos n noûw pesjtol en e päor duuskes -.
heutsje (Q193p Gronsveld)
|
2. Klein rond papiertje met knalpoeder gevuld.
III-3-2
|