20737 |
rijstevlaai |
gebloemd:
geblömp (Q193p Gronsveld),
rijstevlaai:
riestevlaoj (Q193p Gronsveld),
riéstevlaoj (Q193p Gronsveld),
rijstvlaai:
riésvlaoj (Q193p Gronsveld)
|
rijstevlaai || rijstevlaai (motief op -) || Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21032 |
rijzen |
gaan:
guǝn (Q193p Gronsveld)
|
[N 29, 25b; monogr.]
II-1
|
33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
rijzen:
ręi̯zǝ(n) (Q193p Gronsveld)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
17599 |
rimpels |
rimpels:
rumpele, rumpel (Q193p Gronsveld)
|
Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)]
III-1-1
|
18396 |
ring |
ring:
ene Rihngk-S-S (Q193p Gronsveld),
reenk (Q193p Gronsveld)
|
ring [GTP]
III-1-3
|
29911 |
ringen |
muntelen:
mø̄ntǝlǝ (Q193p Gronsveld)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
leuten:
luete (Q193p Gronsveld),
ringen:
renge (Q193p Gronsveld)
|
[N Q (1966)]pellen v bonen
I-7
|
24234 |
ringmus |
ringmus:
reenkmusj (Q193p Gronsveld),
reenkmösj (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
passer montanus
reenkmösj (Q193p Gronsveld)
|
Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)] || ringmus || ringmus (14 bijna gelijk aan de huismus, maar chocoladepetje en -plekje op de wang; broedt meer in hol hout; vaak op trek in flinke troepen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22865 |
ringrijden, ringsteken |
ringsteken:
reenksjtëke (Q193p Gronsveld)
|
Ringrijden, zeker volksspel waarbij te paard, op n wagen of op de fiets naar een opgehangen ring gestoken wordt.
III-3-2
|
24449 |
ringrups |
ringelrups:
WLD
ringelrupsj (Q193p Gronsveld)
|
ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)]
III-4-2
|