e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joden joden: juede (Grubbenvorst) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: ’t kink is nog jŏŏnk (Grubbenvorst) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong van een dier jong: joŋk (Grubbenvorst), jŏŏnk (Grubbenvorst) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Grubbenvorst), baggen (mv.): baqǝ (Grubbenvorst) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gęnskǝ (Grubbenvorst) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jongen blaag: blaag (Grubbenvorst), jong: joong (Grubbenvorst, ... ), jŏŏng (Grubbenvorst) jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vreejər (Grubbenvorst), vri-jer (Grubbenvorst) Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is vrijer: vri-jer (Grubbenvorst) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jood jood: jued (Grubbenvorst, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Grubbenvorst) Judas [SGV (1914)] III-3-3