22359 |
hoepelen |
repen:
reipe (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
18018 |
hoesten |
hoesten:
hoosten (L366p Gruitrode)
|
zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)]
III-1-2
|
32937 |
hoeveelheid hooi die men opsteekt |
gaffel:
gafǝl (L366p Gruitrode),
poes:
pys (L366p Gruitrode)
|
De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a]
I-3
|
25414 |
hoeven verwijderen |
hoeven afhouwen:
hyf āfhø̜jwǝ (L366p Gruitrode)
|
Eerst wordt de gehele poot verwijderd van het lijf en dan worden later de hoeven van de poot gekapt. Het kan zijn dat sommige antwoorden eerder duiden op het begrip "poot verwijderen" dan op "hoef verwijderen". [N 28, 46; monogr.]
II-1
|
21966 |
hok om te paren |
kweekhok:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
kweekkot (L366p Gruitrode)
|
een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33073 |
hok opbinden |
binden:
bønǝ (L366p Gruitrode)
|
Het leggen van een band om de koppen van de schoven als deze in een hok bijeengezet worden. Het voorwerp van het werkwoord is steeds "hok, stuik". De volgorde van de varianten van het type binden is zoals in het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). [N 15, 33; monogr.]
I-4
|
22147 |
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is |
bakjes:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
bakskes (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22139 |
hoklijst |
hoklijst:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
hoklijst (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24324 |
hommel |
hommel:
ook in ZND 01, a-m
hommel (L366p Gruitrode)
|
hommel [ZND 27 (1938)]
III-4-2
|
20524 |
homp brood |
spie:
spi-j (L366p Gruitrode)
|
homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|