e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoepelen repen: reipe (Gruitrode) Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoesten hoesten: hoosten (Gruitrode) zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)] III-1-2
hoeveelheid hooi die men opsteekt gaffel: gafǝl (Gruitrode), poes: pys (Gruitrode) De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a] I-3
hoeven verwijderen hoeven afhouwen: hyf āfhø̜jwǝ (Gruitrode) Eerst wordt de gehele poot verwijderd van het lijf en dan worden later de hoeven van de poot gekapt. Het kan zijn dat sommige antwoorden eerder duiden op het begrip "poot verwijderen" dan op "hoef verwijderen". [N 28, 46; monogr.] II-1
hok om te paren kweekhok: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  kweekkot (Gruitrode) een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
hok opbinden binden: bønǝ (Gruitrode) Het leggen van een band om de koppen van de schoven als deze in een hok bijeengezet worden. Het voorwerp van het werkwoord is steeds "hok, stuik". De volgorde van de varianten van het type binden is zoals in het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). [N 15, 33; monogr.] I-4
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is bakjes: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  bakskes (Gruitrode) Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)] III-3-2
hoklijst hoklijst: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  hoklijst (Gruitrode) Hoe heet verder in Uw dialect: hoklijst, lijst waarop alle duiven moeten worden ingeschreven? [N 93 (1983)] III-3-2
hommel hommel: ook in ZND 01, a-m  hommel (Gruitrode) hommel [ZND 27 (1938)] III-4-2
homp brood spie: spi-j (Gruitrode) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3