e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korenmijt zetten zetten: zø̜tǝ (Gruitrode), zętǝ (Gruitrode) Het maken van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Het object van de overgankelijke werkwoorden is steeds: een korenmijt, of, kortweg, koren. [N 15, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
korf korf: kø̜rǝf (Gruitrode) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korporaal korporaal: korperaal (Gruitrode) korporaal [ZND 36 (1941)] III-3-1
korst korst: korst (Gruitrode) korst; de harde buitenkant van kaas, brood, een pasteitje noemt men in het Nederlands korst. Gebruikt men dit in uw dialect ook? Zo ja, hoe wordt het uitgesproken? [DC 44 (1969)] III-2-3
kortademig dempig: dempig (Gruitrode), deͅmpix (Gruitrode) dempig [ZND m] || hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)] III-1-2
korte broek korte boks: een korte boks (Gruitrode) korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
korte laars get: get (Gruitrode), -> ei paar gette.  xeͅt (Gruitrode) Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)] III-1-3
korteafstandsvlucht vitesse: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  vietes (Gruitrode) korte afstandsvlucht (minder dan 100 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
kortmeel kortmeel: kortmę̄l (Gruitrode) Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e] II-3
kortwieken afsnijden: āfsnii̯ǝ (Gruitrode) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12