e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beddenlaken beddenlaken: beͅdəlākə (Gruitrode) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedelaar bedelaar: bèdelèer (Gruitrode), dao waoren drie minsen die dĕ bĕdelair geziēn həbben (Gruitrode) Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] || leurder [ZND 28 (1938)] III-3-1
bedelen schooien: schooije (Gruitrode) kent ge het woord schooien ? (uitspraak + betekenis) [ZND 42 (1943)] III-3-1
bederven, gezegd van pekel bedorven pekel: bǝdorvǝ pēkǝl (Gruitrode) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: ein beèvert (Gruitrode) Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedienen bedienen: eime bedéne (Gruitrode), iemand bedeene (Gruitrode) Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)] III-3-1, III-3-3
bedriegen bedoppen: Jòng, loat dich neet bedotte duur dèè sjuunproater  bedòppe (Gruitrode), bedriegen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedreegen (Gruitrode), naaien: Bli-jf ût dèè winkel mè weg, want doa weerste den hauven ti-jd good genjdsj : je betaalt er teveel samenst. opnejje  nejje (Gruitrode), plakken: Ich dènk det ze zich in dèè winkel aardig hèèt loate plèkke  plèkke (Gruitrode), scheren: Ze höbben òch doa ferm gesjure  sjère (Gruitrode), verneuken: Loat òch mè neet verniêke duur dèè gesliêpe vent  verniêke (Gruitrode) afzetten, benadelen || bedriegen [ZND 01 (1922)] || verneuken , bedriegen III-1-4
bedrieger leugenaar: liêgenèèr, gebakke pèèr, mörgen is het ònwèèr  liêgenèèr (Gruitrode), liegebeest: liêgebiêst (Gruitrode) leugenaar III-1-4
bedroefd droevig: ook materiaal znd 23,33  dreevig (Gruitrode), Waat ki-jkt det vruimes alti-jd zuu drevig Joa; det waas uich e drevig geval ¯t s toch drevig det ze doa niks tiêge könne doon Soms zelfst. geb. voor iemand die zelden of nooit lacht: Dèèn Drevige lacht nog neet este hem möt eine krevelstein in zi-jne nek krevels  drevig (Gruitrode), triestig: ook materiaal znd 23,33  tresteg (Gruitrode) droef [ZND 01 (1922)] || droevig III-1-4
bedsprei sprei: sprei (Gruitrode) Een bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] III-2-1