e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor het kuiken tiesetje, tiesetje: tisǝkǝ, tisǝkǝ (Gruitrode) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roepen roepen: rōpən (Gruitrode) roepen [ZND m] III-3-1
roepnaam van de hond zoek: sòk (Gruitrode) lokroep ve hond III-2-1
roeren roeren: reére (Gruitrode) In de soep roeren. [ZND 41 (1943)] III-2-3
roerom boekweitse koek: de boekweitkoek is gebruikelijk  bóggese kook (Gruitrode) roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)] III-2-3
roerzeef passe-vite: pasviet (Gruitrode), pazviet (Gruitrode) een roerzeef of een doordrukzeef (met schroef) in de keuken || pureestamper of knijper III-2-1
roest roest: ròs (Gruitrode) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roestplek ijzermaal: i-jzermoal (Gruitrode, ... ), iezermaal (Gruitrode), roestplek: ròstplek (Gruitrode) ijzermaal || roestplek [ZND 36 (1941)] || Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)] || roestvlek in bijvoorbeeld linnengoed III-2-1
roet roet: root (Gruitrode), rōt (Gruitrode) Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)] || rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)] III-2-1
roet2 roet: Hèè waas zuu zwart es root  root (Gruitrode) roet III-2-1