| 25228 |
tocht, zuiging van lucht |
trek:
trèk (L366p Gruitrode)
|
tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 24255 |
tochtig |
rits:
rē̜ts (L366p Gruitrode),
willig:
welex (L366p Gruitrode)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-11, I-12
|
| 21565 |
toegangsprijs |
ingangsprijs:
de ingangspries is eine frank (L366p Gruitrode),
inkomprijs:
de inkompries is eine frank (L366p Gruitrode)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 19663 |
toilet |
achter:
Inins stòng \'r op en zag: \"het is huug ti-jd det ich noa achter goan\
achter (L366p Gruitrode),
huisje:
Stinke wi-j einen hi-jskespöt
hi-jske (L366p Gruitrode),
schijthuisje:
een ordinairder woord voor w.c. Het heeft te maken met het apart gelegen gebouwtje met een deur waarin een hartvormige opening als verluchtingsmiddel diende
sji-jthi-jske (L366p Gruitrode)
|
het w.c. || w.c || w.c.
III-2-1
|
| 17859 |
tollen |
dol worden:
dul worden (L366p Gruitrode)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 33594 |
tomaat |
tomaat:
temat (L366p Gruitrode),
tomat (L366p Gruitrode),
tomatə (L366p Gruitrode)
|
[ZND 34 (1940)]tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 17727 |
tonen |
wijzen:
wijzen (L366p Gruitrode)
|
tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 17620 |
tong |
tong:
zien tong is aangelaje (L366p Gruitrode)
|
Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
| 22025 |
tortelduif |
roosduif:
werd gehouden als middel tegen roos
ruusdûf (L366p Gruitrode),
tortelduif:
torteldoef (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
lachduif || tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)]
III-3-2, III-4-1
|
| 19363 |
trage vrouw |
prats:
pratsj (L366p Gruitrode)
|
schimpig voor een nogal zwaarlijvig en doorgaans weinig ijverig vrouwmens
III-1-4
|