e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluweel, velours velours: flūr (Gruitrode) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) boks: ein floere boks (Gruitrode) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie veulensmeer: vīǝ.lǝsmē̜.r (Gruitrode) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug kweekzoog: kwēksūi̯ǝ.x (Gruitrode) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fopspeen lots: syn. tuter  lòts (Gruitrode) fopspeen III-2-2
fortuin maken fortuin maken: hei zal fortien maken (Gruitrode) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos framboos: framboeze (Gruitrode), hennenbeer: hinnebiêre (Gruitrode) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje franjel: franelle (Gruitrode) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] III-1-3
frankrijk frankrijk: veè hebben in Frankriek gezète (Gruitrode) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fris weer kil: keel (Gruitrode) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4