e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poetsen, schoonmaken poetsen: poetse (Gulpen), schoonmaken: sjön make (Gulpen) Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmiddel koperpoets: kōͅpərputs (Gulpen) schuurmiddel om metaal glanzend te maken - roodaarde [DC 15 (1947)] III-2-1
pokdalig mottig: mottig (Gulpen), pokkelkuiltjes hebben: pokkelkuulkes hubbe (Gulpen) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken rakelen: rèekele èe = è in pere  rèékele (Gulpen) Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] III-2-1
politieagent gendarme (fr.): sjendarm (Gulpen), police (fr.): polies (Gulpen) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pols pols: pols (Gulpen, ... ), pùls (Gulpen) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pompen pompen: pompǝ (Gulpen) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1
pompen van de meikever tellen: telle (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  telle (Gulpen) Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2
pooier pooier: pooier (Gulpen) iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)] III-2-2
pook stovenijzer: štōͅvənīzər (Gulpen) pook [SGV (1914)] III-2-1