| 20124 |
vrouwelijke kat |
miempje:
miemke (Q203p Gulpen),
moer:
moor (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
moor (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 34473 |
vrouwelijke kip |
hoen:
hōn (Q203p Gulpen),
hǭn (Q203p Gulpen)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
| 24272 |
vrouwelijke kwartel |
zij:
zie (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het wijfje van de kwartel (zij) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 24455 |
vrouwelijke vis |
kuit:
kôêt (Q203p Gulpen),
wijfje:
wiefke (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones ie = lang uitgesproken
e wiefke (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 23362 |
vrouwenkant |
vrouwenkant:
vrouwekant (Q203p Gulpen)
|
De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 20467 |
vrouwziek |
vrouwluigek:
vrollus gek (Q203p Gulpen)
|
vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
| 24515 |
vrucht zetten |
uitlopen:
WLD
oetlope (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
vrucht zetten:
vruch zitte (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
vröch zitte (Q203p Gulpen)
|
Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 21584 |
vruchtgebruik |
vruchtgebruik:
vruchgebroek (Q203p Gulpen),
vröchtgebroek (Q203p Gulpen)
|
het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20184 |
vruchtvlies |
waterblaas:
waterblaos (Q203p Gulpen)
|
Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
| 24966 |
vuil waterx |
vies water:
vīēs water (Q203p Gulpen),
vuil water:
voelwater (Q203p Gulpen)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|