25005 |
groot in zijn soort |
karbonkel:
karbonkel (Q203p Gulpen)
|
iets dat groot is in zijn soort [kardoffel, karbonkel, bonker, bommel, klepper, sjaorel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20346 |
grootmoeder |
bes:
(Beis, is dit een synoniek van mem of groeitmodder)/
beis mem (Q203p Gulpen),
grootmoeder:
groeitmodder (Q203p Gulpen),
gross-mam:
grōē-esmam (Q203p Gulpen),
oma:
oma (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
grootmoeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || grootmoeder; ik ga bij - en grootmoeder logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootmoeder; ik ga bij - en grootmoeder logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootmoeder; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
20345 |
grootouders |
grootouders:
groëtowwersj (Q203p Gulpen)
|
grootouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25007 |
grootte |
grootte:
grüdde (Q203p Gulpen)
|
grootte [SGV (1914)]
III-4-4
|
20288 |
grootvader |
gross-pap:
grōē-espap (Q203p Gulpen),
opa:
opa (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
grootvader [DC 05 (1937)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
25004 |
grootx |
groot:
groeet (Q203p Gulpen),
groet (Q203p Gulpen),
groeët (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
groeət (Q203p Gulpen)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
hoop (Q203p Gulpen),
hoòp (Q203p Gulpen),
hopen (mv.):
höp (Q203p Gulpen)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
groeëte hostie (Q203p Gulpen)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22504 |
grote knikker |
marbel:
van glas
malber (Q203p Gulpen)
|
Een grote knikker. [N R (1968)]
III-3-2
|
24165 |
grote lijster |
grote lijster:
groëte liester (Q203p Gulpen)
|
grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|