e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkuilen inkuilen: ekule (Gulpen) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inmijner (wbd) foetelaar: foeteler (Gulpen) het bedrag waarmee men het bod verhoogt (door bijv. als verkoper mee te bieden) op een veiling [hoog] [N 89 (1982)] III-3-1
inschieten inschieten: enšētǝ (Gulpen) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inschuren inschuren: ešūǝrǝ (Gulpen) Met behulp van puimsteen in de natte grondverf schuren om de verflaag te doen hechten aan de plamuurlaag. [N 67, 72b] II-9
inspannen voorspannen: vø̜ršpanǝ (Gulpen) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
instapgreep handvat: (mv)  hant˲vatǝn (Gulpen) Elk van de ijzeren greep naast de deur van het rijtuig, die het instappen vergemakkelijken. [N 101, 19] I-13
introïtus introtus (<lat.): dr introitus (Gulpen) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
invetten smeren: šmē̜rǝ (Gulpen) Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.] II-1
inzakken ingezakte kuil: engǝzaktǝ kul (Gulpen) Het inzakken van het brood op de plaats waar een stuk onrijp deeg zit. Er komen verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 29, 68b] II-1
inzet hogen: húúge (Gulpen) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1