19425 |
poetsen, schoonmaken |
poetsen:
poetse (Q203p Gulpen),
schoonmaken:
sjön make (Q203p Gulpen)
|
Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19468 |
poetsmiddel |
koperpoets:
kōͅpərputs (Q203p Gulpen)
|
schuurmiddel om metaal glanzend te maken - roodaarde [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
18052 |
pokdalig |
mottig:
mottig (Q203p Gulpen),
pokkelkuiltjes hebben:
pokkelkuulkes hubbe (Q203p Gulpen)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19418 |
poken |
rakelen:
rèekele èe = è in pere
rèékele (Q203p Gulpen)
|
Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21437 |
politieagent |
gendarme (fr.):
sjendarm (Q203p Gulpen),
police (fr.):
polies (Q203p Gulpen)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
pùls (Q203p Gulpen)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompǝ (Q203p Gulpen)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
telle (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
telle (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooier (Q203p Gulpen)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19474 |
pook |
stovenijzer:
štōͅvənīzər (Q203p Gulpen)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|