e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afhuiden huid villen: hut vɛlǝ (Gulpen) Met behulp van een rond mes snijdt men, de hand soepel vanuit de pols bewegend, de huid los van het lijf. In P 108 werden kalveren met een fietspomp opgeblazen, waardoor de huid lichter werd. Zodoende kon men die makkelijker verwijderen. [N 28, 51; monogr.] II-1
afkalven afbrokkelen: aafbrokkele (Gulpen), afkalven: aafkaave (Gulpen) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkijken afkijken: aafkieke (Gulpen) onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
afkoken gestooft: gesjtofd (Gulpen), gestoft (Gulpen), kort: kot (Gulpen), met weinig water gekookt: mit winnig water gekokt (Gulpen), stoven: sjtaove (Gulpen) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst afkomst: afkomst (Gulpen), herkomst: härkoms (Gulpen), komaf: komaaf (Gulpen), komaf (Gulpen), komââf (Gulpen) afkomst [N 87 (1981)] || afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
afkrabben afkratsen: āfkratsǝ (Gulpen) Oude verf met behulp van een krabber verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Verfkrabber'. [N 67, 68c; monogr.] II-9
aflaat aflaat: nne aaflaot (Gulpen) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
aflakken aflakken: āflakǝ (Gulpen) De laatste laklaag aanbrengen. [N 67, 73] II-9
afleggen van een dode afleggen: aaflegge (Gulpen), afleggen (Gulpen), ps. boven de beide gs moet nog een ^staan; deze combinatieletters kan ik niet maken!  aafleg^g^e (Gulpen) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
afpassen met de voet, aftreden aftreden: aaf trèa (Gulpen), afzien: afzië (Gulpen) de lengte bepalen door stappen [aftreden] [N 91 (1982)] III-4-4