e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P195p plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
graaf graaf: ɛnə graaf (Gutshoven) Graaf. [ZND 35 (1941)] III-3-1
graat graat: graten"niet fon gedocumenteerd  graten (Gutshoven) graten ve vis [ZND 24 (1937)] III-4-2
graf graf: ə gra͂əf, twi gra͂əvər (Gutshoven), znd 1 a-m; znd 24, 25;  graəf (Gutshoven) Een graf, twee graven (op het kerkhof). [ZND 24 (1937)] || graf [ZND 01 (1922)] III-2-2, III-3-3
grappig plezierig: ook materiaal znd 24, 26  pləziərəx (Gutshoven) grappig [ZND 01 (1922)] III-1-4
grasmus grasmus: sic  grōͅəsm(ui)əš (Gutshoven) grasmus [ZND m] III-4-1
griffel griffel: də griffəl (Gutshoven), ZND m: Marchal, J. (1952), Toponymie van Hoepertingen, Berlingen en Zepperen. Doctoraatsverhandeling K.U.Leuven.  grifəl (Gutshoven) De stift, waarmee op die lei wordt geschreven. [ZND 37 (1941)] || griffel [ZND m] III-3-1
grijpen naar pakken: pakə (Gutshoven) Naar iets grijpen [ZND 35 (1941)] III-1-2
grindweg kriezel: kriəzəl (Gutshoven), kriezelbaan: kriəzəlba͂ən (Gutshoven) Hoe heet een weg die daarmee [steengruis (kleine stukjes steen)] bedekt is ? [ZND 24 (1937)] III-3-1
grindx kriezelsteen: ps. boven de eerste hoge \\ staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  kriəzəlsteiən (Gutshoven), kriəzəlstən (Gutshoven) grind [ZND 01 (1922)] III-4-4
groeien profiteren: gəprofetiərt (Gutshoven) die kleine heeft geprofiteerd (struiser, groter geworden) [ZND 40 (1942)] III-1-1