e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardbei aardebeer: azəbijər (Gutshoven) [ZND 19A (1936)] I-7
abuis mis: das mi-js (Gutshoven) Dat is mis. [ZND 38 (1942)] III-1-4
achterdocht achterdenken: ich hoeaə gɛn aəchtərdɛnkə (Gutshoven), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  ix hoas gen aəxtərdɛnkə (Gutshoven) achterdocht [ZND 01 (1922)] || ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)] III-1-4
achteruitgaan achteruittrekken: achtərōettrɛkə (Gutshoven) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
afleggen van een dode aandoen: znd 32, 20;  aoəndôen (Gutshoven) een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)] III-2-2
afloeren, bespieden spioneren: spiuniərə (Gutshoven) iets bespieden [ZND 32 (1939)] III-1-1
afvallen van bladeren vallen: vallə (Gutshoven) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
akkerdistel, distel dissel: dissəl (Gutshoven) distel [ZND 01 (1922)] III-4-3
altaar altaar (<lat.): op dən altaar (Gutshoven) Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)] III-3-3
andijvie andijve: andieve (Gutshoven, ... ), andī.və (Gutshoven) [Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7