e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektrische tram elektrieken tram: elentriken tram (Gutshoven) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: hiə zit en delende (Gutshoven), Ich ben ziek van elende (Gutshoven) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
emmer tob: toͅp (Gutshoven, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
engel engel: enen eŋəl twi ɛŋələ (Gutshoven) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever worm: wørm (Gutshoven) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enten greffelen: grɛfələ (Gutshoven), griffelen: grefələ (Gutshoven) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
envelop envelop (<fr.): ZND m: Marchal, J. (1952), Toponymie van Hoepertingen, Berlingen en Zepperen. Doctoraatsverhandeling K.U.Leuven.  amvəlop (Gutshoven) briefomslag [ZND m] III-3-1
epidemie ziekte die besmettelijk is: dei ziktə əs bəsmetəl(ai)k (Gutshoven) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
ernstig gemeend: das gəmɛnt (Gutshoven), das gəmɛənt (Gutshoven), serieus: sərjuis (Gutshoven), sərjuus (Gutshoven) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  ɛ(jə)s (Gutshoven) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3