e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
refrein refrein: refrīən (Gutshoven) Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)] III-3-2
regen (alg.) regen: riəngel (Gutshoven) regen [ZND 23 (1937)] III-4-4
rekenen cijferen: ceefere (Gutshoven), rekenen: riekene (Gutshoven), tellen: telle (Gutshoven) rekenen [ZND 41 (1943)] III-3-1
rest in het glas klats: klats (Gutshoven) kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] III-2-3
restant vissen zalm: zaləm (Gutshoven) zalm [ZND m] III-4-2
restant vogels pelikaan: pelikaa͂n (Gutshoven), struisvogel: strøəsvogel (Gutshoven) pelikaan [ZND m] || struisvogel [ZND m] III-4-1
reumatiek reumatiek: rəmətik (Gutshoven) reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2
rijkdom rijkdom: rikdom (Gutshoven) rijkdom [RND] III-3-1
rijksveldwachter bode: boi(jə) (Gutshoven) Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): enə jəndɛrm (Gutshoven) Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] III-3-1