23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
vuurwijding:
vuurwie-ing (L429p Guttecoven)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23618 |
het zielboek aflezen |
de dodenlijst voorlezen:
de doadelies veurlaezen (L429p Guttecoven)
|
Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20678 |
hete bliksem |
hete bliksem:
heite bliksem (L429p Guttecoven)
|
Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20404 |
heten |
heten:
heisje(n) (L429p Guttecoven)
|
heeten [SGV (1914)]
III-2-2
|
32923 |
heukeling |
hoopje:
hø̜i̯pkǝ (L429p Guttecoven)
|
Het kleinste hoopje halfdroog hooi dat men ''s avonds maakt door het opwerken van de rijen, om ze ''s anderendaags weer uiteen te gooien. De kaarten 40, 42 en 44, respectievelijk "heukeling", "hoop" en "opper" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 39, 41 en 43: "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 104 en 103 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 3a; A 42, 20a, L 36, 1; L 38, 38a; monogr.]
I-3
|
17645 |
heup |
heup:
huip (L429p Guttecoven),
höp (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven)
|
heup [SGV (1914)] || heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24912 |
heuvel, kleine hoogte |
berg:
bérg (L429p Guttecoven),
hoogte:
heugde (L429p Guttecoven),
verhoging:
verhuging (L429p Guttecoven)
|
een kleine hoogte [hoogje] [N 91 (1982)] || heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte [SGV (1914)]
III-4-4
|
25028 |
hevige slag |
flinke slag:
flinkə sjlaag (L429p Guttecoven)
|
een hevige slag [klawats, klavets, klavans] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17776 |
hiel |
hak:
hak (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven,
L429p Guttecoven,
L429p Guttecoven)
|
hak (hiel) [DC 01 (1931)] || hak (van de voet) [SGV (1914)] || hiel, hak [SGV (1914)]
III-1-1
|
22211 |
hiel (26) |
vas:
vaegj (L429p Guttecoven)
|
vers
III-3-2
|