e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jood jood: jŭt (Guttecoven, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Joedas (Guttecoven) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: WLD  jūūdaspènning (Guttecoven) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffer: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  jŏaffer (Guttecoven), juffrouw: juffrouw (Guttecoven) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
jumper jumper: jumper (Guttecoven), vest: ves (Guttecoven) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: sauws (Guttecoven) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
juweel broche (fr.): bròchə (Guttecoven) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kaak (Guttecoven) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raake (Guttecoven) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kale glibber: kale glidder (Guttecoven) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1