e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorkap koorkap: koarkap (Guttecoven) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorts brand: brantj (Guttecoven), koorts: koorts (Guttecoven) koorts [SGV (1914)] III-1-2
koorzanger koorzanger: koarzenger (Guttecoven), zanger: zenger (Guttecoven) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kop van de schoof kop: kǫp (Guttecoven) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kopen gelden: Opm. dit woord wordt meer/vaker gebruikt.  gelje (Guttecoven), kopen: koupe (Guttecoven) koopen [SGV (1914)] III-3-1
koper poetsen poetsen: potsə (Guttecoven) metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
kopje bakje: bɛkskə (Guttecoven), kopje: køͅpkə (Guttecoven) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
kopnet vliegengaren: [vliegengaren] (Guttecoven) Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a] I-10
koppel koppel: kòppel (Guttecoven) Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)] III-3-2
koppelen bijeenzetten: bie-ein zēttə (Guttecoven), koppelen: kòppələ (Guttecoven) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] || Wat is de dialectbenaming voor: het bij elkaar zetten van duivers (doffers) en duivinnen? [N 93 (1983)] III-2-2, III-3-2