21099 |
beurse plek |
bluts:
WLD
blötsj (L429p Guttecoven)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
19259 |
bevel |
bevel:
ps. omgespeld volgens Frings.
bevɛ̄l (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerplaats:
vōrplātš (L429p Guttecoven)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
17950 |
beweeglijk rondlopen |
ronddenderen:
ròndjdendere (L429p Guttecoven)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
23560 |
bewieroken |
bewieroken:
bewierouke (L429p Guttecoven)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
wolken:
de wouke (L429p Guttecoven)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
betrokken lucht:
de loch is betrock, doe zuus gein schter (L429p Guttecoven)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (L429p Guttecoven),
Zie tekening:a (links)
bessem (L429p Guttecoven),
borstel:
zie tekening: b (midden)
beusjtel (L429p Guttecoven)
|
bezem [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeuk (L429p Guttecoven),
bezuik (L429p Guttecoven)
|
bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezēūke (L429p Guttecoven)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|