e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oudejaarsavond oudejaarsavond: auwejaosjaovent (Guttecoven), oudjaarsavond: auwdjaorsovend (Guttecoven) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag oudejaarsdag: auwejaorsdaag (Guttecoven), silvesterdag: silversterdaag (Guttecoven) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] III-3-2
ouders ouders: auwesj (Guttecoven, ... ) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: auwerwĕts (Guttecoven) ouderwets [SGV (1914)] III-1-3
overall overall (eng.): euverral (Guttecoven) overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)] III-1-3
overhemd hemd: humme (Guttecoven) overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
overhoeks eggen overhoek [eggen]: ø̄vǝrhōk (Guttecoven), overoord [eggen]: ø̄vǝrǭrt (Guttecoven) Manier van eggen waarbij men met de eg schuin over de akker gaat. Men kan schuin in de lengterichting of schuin in de breedterichting eggen. Zie afb. 71. Nadat men een akker overhoeks geëgd heeft (om onkruid te bestrijden of om de grond gelijk te trekken), egt men hem gewoonlijk in de lengte af. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ¬¥eggen¬¥. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 84c; N 11A, 177c; div.; monogr.] I-2
overjas (alg.) overjas: euverjas (Guttecoven) overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3
overlangs heen en weer eggen recht op en af [eggen]: rɛx˱ ǫp˱ ɛn āf (Guttecoven) Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.] I-2
overloop overloop: euverleup (Guttecoven) Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)] III-2-1