e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
want want: wante (Guttecoven) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
wapen wapen: woapə (Guttecoven) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
wapenschild schild: sjilt (Guttecoven) een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
warm weerx warm (weer): wĕrm (Guttecoven), wèrm (Guttecoven) warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was was: wĕsj (Guttecoven) wasch [SGV (1914)] III-2-1
wasbord wasbred: wesbraeth (Guttecoven) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
wasdraad spintlicht: sjpèntleeg (Guttecoven) De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wastobbe, wasteil kuip: koep (Guttecoven), tijn: tiel (Guttecoven) teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
wasvrouw waswijf: wèsjwief (Guttecoven) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] III-2-1
waterdamp, wasem damp: damp (Guttecoven, ... ) Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1