e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duiventoren duivenkooi: doevə koaij (Guttecoven) een duiventoren (op vroegere kasteel- of kloosterhoeven)? [N 93 (1983)] III-3-2
duivin, vrouwelijke duif zij: zie (Guttecoven), zieje (Guttecoven) een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] || wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig dol: dulle (Guttecoven), duizelig: tuselig (Guttecoven) duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] III-1-2
duizendpoot duizendpoot: doezendpuèt (Guttecoven) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood lippertje: lipperke (Guttecoven) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne sjaal sjaaltje: sjealke (Guttecoven) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
durven dorren: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  dŏarre (Guttecoven) durven [SGV (1914)] III-1-4
duur prijzig: priezig (Guttecoven) veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: dujen (Guttecoven) duwen [SGV (1914)] III-1-2
dwarsbalk biels: bielzə (Guttecoven) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1