e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hond hond: hónk (Haanrade, ... ), mv h#]/h[]  hoŋk (Haanrade), kèter (d.): kø&#x0304tər (Haanrade) hond III-2-1
hondenhok hondshut: hoͅŋshøt (Haanrade) hondehok III-2-1
hondenriem hondsriem: hoͅŋsrēm (Haanrade) hondelijn III-2-1
hondsviooltje hondsviooltje: hongs’viejüelsje (Haanrade) hondsviooltje III-4-3
hoofdkaas flubbes: flöb’bes (Haanrade), hoofderkaas: hui’erkieës (Haanrade), waggelemannes: wagkelema’nes (Haanrade) hoofdkaas || schertsend voor pudding of hoofdkaas III-2-3
hoofdluis luis: loes (Haanrade) luis III-4-2
hoogsel hoogselbred: hȳǝxsǝlbrɛt (Haanrade  [(mv hȳǝxsǝlbrēr)]  ), hoogsels: hȳǝxsǝls (Haanrade) Rechtopstaande plank die op de zijwand bevestigd wordt om deze zijwand hoger te maken en zo de laadruimte te vergroten. Het woordtype steekhoogsel duidt een plank aan die boven op de zijleest gezet wordt als extra verhoging. [N 17, 34 + 40 + add; N 18, 99; N G, 60g; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 26, 1 + add, monogr.] I-13
hooiwagen hooiwagen: spin, soort  häu’waan (Haanrade) hooiwagen III-4-2
hoornaar oreis: horees’ (Haanrade) horzel, hoornaarwesp III-4-2
hopen hopen: hoffe (Haanrade) hopen III-1-4