e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oogstappel oogstappel: vroege soort  aos’appel (Haanrade, ... ) appel, soort I-7
ooievaar stork: sjtorch (Haanrade) ooievaar III-4-1
oom nonk: nónk (Haanrade), nonkje: verkl.w.  nunks’je (Haanrade), oom: üem (Haanrade) oom III-2-2
ophitsen op-schwnzen (< du.): op’sjwense (Haanrade) ophitsen III-1-4
opklaren klaren: kloa⁄re (Haanrade) helder worden III-4-4
opscheppen bluffen: bloef’fe (Haanrade), stensen: sjten’se (Haanrade), strunzen: sjtrónk’se (Haanrade), stuiten: sjtu’te (Haanrade) bluffen || opscheppen III-1-4
opschepper blufgilles: bloef’jilles (Haanrade), blufhannes: bloef’hannes (Haanrade), stens: sjtens (Haanrade), stuitbroer: sjtuut’broor (Haanrade), stuiter: sjtu’ter (Haanrade), windbuil: wink’bül (Haanrade) opschepper || opschepper, fatje III-1-4
opvoeden, grootbrengen grootbrengen: jroeës’bringe (Haanrade), groottrekken: jroeës’trekke (Haanrade) grootbrengen III-2-2
ordenen, rangschikken rangeren: ran⁄zjere (Haanrade) ordenen III-4-4
oude vrouw kraai: krai (Haanrade) oude vrouw III-2-2