e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knieholte hees: haisə (Haelen), heese (Haelen) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knijpen knijpen: kniepe (Haelen, ... ), pitsen: pitse (Haelen) Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] || Knijpen: vel of vlees met de vingers samenknijpen; drukken (nijpen, knijpen, pitsen). [N 84 (1981)] III-1-2
knikkebenen in de knie?n lopen: in de kneen laupe (Haelen) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
knikkeren kulsen: kulse (Haelen, ... ) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] || Over het knikkerspel: het knikkeren. [N R (1968)] III-3-2
knikkerkuiltje scharkuiltje: sjerkuulke (Haelen) Een holletje in de grond, door de kinderen gebruikt bij het knikkeren? [DC 21 (1952)] III-3-2
knipogen knipoogje geven: knipuigske gaeve (Haelen) Knipogen: een oog even sluiten en weer openen, als teken van verstandhouding (knipogen, pinken). [N 84 (1981)] III-1-1
knobbelzwaan zwaan: voor 120a-c  zwane (Haelen) zwaan: knobbelzwaan (152 dezelfde als de tamme zwaan [N 09 (1961)] III-4-1
knoest knoest: Veldeke  knoes (Haelen), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  knòēs (Haelen) Een harde, ruwe uitwas aan een boom (knoes, kwar, aast, knoop, inwas, knoest). [N 82 (1981)] III-4-3
knokkelkuiltjes kuiltjes: van dikkigheid  kuulkes oppe häŋ (van dikkigheid) (Haelen) De deukjes op de gewrichten tussen hand en vinger, die men ziet op de handjes van dikke babys, maar ook wel bij dikke kinderen en mensen? [DC 21 (1952)] III-1-1
knollen uittrekken kruiden: krūǝ (Haelen), uitdoen: ūtdōn (Haelen) In oktober worden de bieten geoogst. Vroeger werden ze met een riek uitgestoken, later met een speciaal stuk gereedschap, zie het lemma Bietenrooier. Het bleef zwaar werk. Het object van het werkwoord is steeds "knollen" zoals in het lemma Knolvoer, Rapen (Coll.). Vergelijk ook het lemma Aardappels Rooien. [N Q, 11a; monogr.; add. uit Goossens 1963, kaart 17] I-5