e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ramen lappen ruiten wassen: rūtə wasə (Haelen) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammelieer (Haelen), rekel: raikəl (Haelen), rèkel (Haelen) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Haelen) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rammelkar schoggelkar: šugǝlkɛr (Haelen) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rand van een hoed luif: luif (Haelen) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  ránk (Haelen) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rank paard (een) luxe: lyks (Haelen), ras: ras (Haelen) Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l] I-9
ransuil ransuil: bijna alle uilen worden ook "tòòrenuul"genoemd  ransūūÒl (Haelen) uil: ransuil (36 oorpluimpjes, bijna alleen in mastbossen; broedt in oud kraaienest; roep [oe-oe-oe-oe] [N 09 (1961)] III-4-1
ranzig garstig: gèrstəch (Haelen), ranzig: ranzig (Haelen) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rapen rapen: rāpǝ (Haelen) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5