e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiekem achter de elleboog: héé héét ⁄t achter den eelebòòg (Haelen), stiekem: (iem. die stiekem doet, stiekemert, smeichelie?r, farizeeër).  stiekem (Haelen) heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] III-1-4
stiekem eten pitsen: pitse (Haelen), schuimen: sj‧uumə (Haelen) stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)] III-2-3
stier stier: stīr (Haelen), štīr (Haelen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen scheef: sjèèf vnne kòòj (Haelen) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stijfkop warslap: waerslap (Haelen) iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] III-1-4
stijfkoppig wars: waers (Haelen) niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)] III-1-4
stikken stikken: sjtikke (Haelen) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2
stilstaan hu(j): hȳi̯ (Haelen), ju(j): jȳ (Haelen) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: sjtinke (Haelen) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stof stof: de o van het eerste stof wordt langer aangehouden  stòf (Haelen) stof [DC 23 (1953)] III-2-1