33196 |
duwer van de aanaardhandploeg |
staart:
stɛrt (L322p Haelen)
|
Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c]
I-5
|
21165 |
dwarsbalk |
biels:
biels (L322p Haelen)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
reek:
rē̜k (L322p Haelen)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
32772 |
dwarsbalkjes, egscheien |
scheien:
šęi̯ǝ (L322p Haelen)
|
De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.]
I-2
|
19345 |
dwarsdrijver |
dwarsligger:
dwaersligker (L322p Haelen)
|
iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯əl (L322p Haelen)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯ələ (L322p Haelen),
schrobben:
šrubə (L322p Haelen)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
eaudeklònj (L322p Haelen)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25024 |
echo |
galm:
galm (L322p Haelen)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33297 |
echte koekoeksbloem |
wilde fletten:
welj fǝlętǝ (L322p Haelen)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|