id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17703 | endeldarm | dikke darm: dieke derm (Haelen) | endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1 |
24313 | engerling, larve van de meikever | spekworm: spekworm (Haelen, ... ) | engerling, meikeverlarve [DC 18 (1950)] || larve vd meikever [DC 18 (1950)] III-4-2 |
17775 | enkel | enkel: inkel (Haelen), ìnkəl (Haelen) | enkel [DC 01 (1931)] III-1-1 |
21204 | envelop | envelop (<fr.): envelop (Haelen) | de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1 |
19013 | er heet aan toegaan | spannen: sjpanne (Haelen) | er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
22433 | ereboog | boog: baog (Haelen) | Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
33610 | erf | goed: gōt (Haelen), hof: hōͅ.f (Haelen), plaats: plāts (Haelen), toeplaats: tuu̯plāts (Haelen) | I-7 |
18837 | ernstig | serieus: serjeus (Haelen) | van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
33278 | erwt, algemeen | erwt: ɛrt (Haelen) | Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5 |
33579 | erwten- of bonenranken | ranken: rèng (Haelen) | [N Q (1966)] I-7 |