e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P048p plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kelder kelder: keͅldər (Halen) kelder [RND] III-2-1
kerel gast: gast (Halen), kadee: kadee (Halen), kerel: das nə nø͂ͅə kērəl (Halen), fr. fin  kinrəl (Halen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] || Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] || kerel [RND] III-3-1
keren draaien: druǝ (Halen) Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW] II-7
kerk kerk: əm was təvrøgendəkeͅrk (Halen) te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)] III-3-3
kerkhof kerkhof: o  keͅrəkhoͅf (Halen) Kerkhof. [ZND 14 (1926)] III-3-3
kerkklok klok: de kléper van de klok (Halen) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kermis kermis: kerəmis (Halen) kermis [RND] III-3-2
kersenpannenkoek kersenkoek: Syst. Frings  kīzəkuk (Halen) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstmis kerstmis: kessemes (Halen), kosəməs (Halen) Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3
kettingeg, weide-eg heks: hɛks (Halen) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2