e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

Gevonden: 2815

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
autoped trottinette (fr.): /  trontinet (Halen) step [SND (2006)] III-3-2
avondmaal avondkost: ōͅvəntkost (Halen), avondskost: ōͅvəstkoͅst (Halen) de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] III-2-3
avondspin avondspin: ōəvətspən (Halen) spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)] III-4-2
azijn azijn: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  azēͅn (Halen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m ae meer open  azäen (Halen) azijn [ZND 01u (1924)] III-2-3
baalschort kookvoorschoot: koͅukvərsXuwət (Halen) voorschoot van jute of grof linnen of een als schort gebruikte baalzak [slobbert, baolscholk, baalslop, pleggert, plekker] [N 24 (1964)] III-1-3
baantje glijden op het ijs ritsen: retse (Halen), reͅtse (Halen) Hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen). [ZND 14 (1926)] III-3-2
baard baard: boͅuwt (Halen), vlimmen: vlømǝ (Halen) baard [N 10b (1961)] || De scherpe uitsteeksels van de aar bij sommige graangewassen: kafnaalden. Het type baard is een verzamelnaam; het type vlimmen is het meervoud van vlim dat eigenlijk de afzonderlijke kafnaald aanduidt die aan het omhulsel van de korrel vastzit. Wanneer het type vlimmen als dubbelopgave naast baard voorkomt (dat is het geval in L 286, 312 en 313), dan is de betekenis van vlimmen: het omhulsel waarin de korrel zit. Vergelijk ook de lemma''s ''graanafval'' (6.1.30) en ''spikken'' (6.1.31). Zie afbeelding 2, f. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 25, 11; NE 2.I, 51; monogr.; add. uit N 14, 131] I-4, III-1-1
baarmoeder van de kip eierstek: ē̜rstęk (Halen) Het geheel der geslachtsorganen van een kip. [N 19, 57] I-12
baarmoeder van de koe bed: bęt (Halen), bɛt (Halen) [N 3A, 48; A 48A, 47a] I-11
baby, zuigeling kindje: kinnəkə (Halen), pagadder: cf.Schuermans s.v. "pagadder  pàgàddər (Halen) Hoe spreekt men in uw dialect over een kindje beneden een jaar [ZND 49 (1958)] III-2-2