21263 |
motor |
moteur:
moͅtør (P048p Halen)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
motregen:
moͅtrēͅgəl (P048p Halen),
stofregen:
stifrēͅgəl (P048p Halen)
|
motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
motregenen:
motreigələ (P048p Halen),
smodderen:
smoͅdəre (P048p Halen),
smoͅdərə (P048p Halen),
stoffen:
stivə (P048p Halen),
zeveren:
tsijəvərt (P048p Halen),
ziəvəre (P048p Halen)
|
beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|
25664 |
mout |
mout:
mǭt (P048p Halen)
|
Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.]
II-2
|
18714 |
mouw met kanten plooisel |
pofmouw:
pufmōͅ (P048p Halen),
volantmouw (<fr.):
vəla.ŋmoͅ (P048p Halen)
|
mouw met kanten plooisel [lobmouw] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18325 |
mouwschort |
mouwvoorschoot:
mōͅvərsXuwət (P048p Halen)
|
schort met mouwen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33767 |
muil |
muil:
mø̜̄l (P048p Halen)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
26147 |
muilband |
domband:
dumbant (P048p Halen),
muilband:
mø̜lbant (P048p Halen
[(mv -ban)]
),
snuitband:
snø̜̄t˱bant (P048p Halen)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
34223 |
muilkorf voor kalveren |
muilkorf:
mø̜lkørǝf (P048p Halen),
muttenskorf:
møtǝskørf (P048p Halen)
|
De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e]
I-11
|
18308 |
muiltje |
insteker:
eͅnsteͅkers (P048p Halen)
|
muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)]
III-1-3
|