e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motor moteur: moͅtør (Halen) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen motregen: moͅtrēͅgəl (Halen), stofregen: stifrēͅgəl (Halen) motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] III-4-4
motregenen, licht regenen motregenen: motreigələ (Halen), smodderen: smoͅdəre (Halen), smoͅdərə (Halen), stoffen: stivə (Halen), zeveren: tsijəvərt (Halen), ziəvəre (Halen) beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] III-4-4
mout mout: mǭt (Halen) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw met kanten plooisel pofmouw: pufmōͅ (Halen), volantmouw (<fr.): vəla.ŋmoͅ (Halen) mouw met kanten plooisel [lobmouw] [N 23 (1964)] III-1-3
mouwschort mouwvoorschoot: mōͅvərsXuwət (Halen) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
muil muil: mø̜̄l (Halen) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9
muilband domband: dumbant (Halen), muilband: mø̜lbant (Halen  [(mv -ban)]  ), snuitband: snø̜̄t˱bant (Halen) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilkorf voor kalveren muilkorf: mø̜lkørǝf (Halen), muttenskorf: møtǝskørf (Halen) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muiltje insteker: eͅnsteͅkers (Halen) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3