32704 |
watervoor |
watervoor:
wai̯tǝr[voor] (P048p Halen)
|
Een watervoor is een meestal wat diepere voor die men vóór de winter over de akker trekt, om overtollig water te laten afvloeien. Een watervoor kan dwars op de normale ploegvoren liggen, in het midden van de akker (bij uiteenploegen), tussen de delen van een in panden geploegde akker of ook wel om de (reeds ingezaaide) akker heen. In het algemeen brengt men watervoren aan op laaggelegen of natte gronden, akkers met een laagte erin of op een hellende akker om te voorkomen dat de grond wordt uitgespoeld. De benamingen kunnen ook gebruikt worden voor de middenvoor (omdat deze vaak als watervoor fungeert), verder voor de brede of grove voren van een akker die "op de wintervoor" is gelegd om hem te laten uitvriezen of voor ondiepe waterlopen, greppels en geulen in het algemeen. [N 11, 59b; N 11A, 137k; N 11A, 137i add.; div.]
I-1
|
21675 |
wbd: afzeggen |
tenietdoen:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
te niet doen (P048p Halen),
ps. omgespeld volgens Frings.
tənitun (P048p Halen)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21683 |
wbd: in trek |
veel opbrengen:
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l ubreŋə (P048p Halen)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
op stompen trekken:
ps. omgespeld volgens Frings.
up stumpə treͅkə (P048p Halen),
woordbreuk (zn.):
ps. omgespeld volgens Frings.
wōdbr"k (P048p Halen)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21679 |
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld |
dievengeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
divəgeͅlt (P048p Halen),
kwaad geld:
ps. omgespeld volgens Frings.
kuəd geͅld (P048p Halen)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21677 |
wbd: staartgeld / verschil |
verschil:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərsxil (P048p Halen)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
geven:
ps. omgespeld volgens Frings.
vər zuvøͅəl giəv ex sə ux (P048p Halen),
krijgen voor:
ps. omgespeld volgens Frings.
vər zuvøͅəl kreͅgdə zə (P048p Halen),
laten:
ps. omgespeld volgens Frings.
luətə (P048p Halen)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22860 |
weddenschap |
wedding:
wödiŋ (P048p Halen)
|
weddenschap [RND]
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
weef:
weef (P048p Halen)
|
weduwe [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
wevenaar:
wevənīēr (P048p Halen)
|
weduwnaar [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|