e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sla, algemeen salade: slōͅi (Hamont), slōͅij* (Hamont) [Goossens 1b (1960)]salade I-7
slaan houwen: hoeauwen (Hamont), slaan: blaouw ɛn bunt Xəslagən (Hamont), pers en blauw geslagen (Hamont, ... ), pēͅrs en blauw geslage (Hamont) bont en blauw geslagen [RND] || slaan || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
slaan met de zicht slaan: slǫǝn (Hamont) De slaande beweging maken met de zicht. Zeer vaak werd voor deze vraag dezelfde opgave gegeven als voor de algemene vraag "maaien met de zicht". Hier zijn alleen de opgaven opgenomen die niet identiek zijn met de vragen "inkappen" of algemeen "maaien met de zicht". Zie ook de toelichting bij het vorige lemma ''maaien met de zicht'' (4.2.1). [N 15, 16f; monogr.] I-4
slaap slaap: slōͅp (Hamont, ... ) slaap [N 10b (1961)] III-1-1
slaapmuts slaapmuts: slōͅpmøts (Hamont) slaapmuts [pietermöts [N 25 (1964)] III-1-3
slaapplaats van de knecht bij het vee stalkamer: sta.lkāmǝr (Hamont) De ruimte in de paarde- of, zij het minder gebruikelijk, koestal waar de knecht slaapt. Een aantal benamingen betreffen meer het bed van de knecht dan de ruimte waar dat bed staat. Enkele benamingen verwijzen naar een hoger gelegen ruimte of naar de zolder boven de paarde- of koestal waar de knecht dan slaapt. [N 5A, 13b, 34e, en 59f; A 7, 32; R 3, 59; monogr.] I-6
slabbetje, spuugdoekje zeverlapje: zīvərleͅpkə (Hamont) slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-2-2
slachten slachten: slá.xtǝ (Hamont) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slachthout hamelhout: hamǝlhǫwt (Hamont) Het stuk hout waaraan het geslachte dier ter verdere verwerking wordt opgehangen. De semantische overeenkomst met "spanhout" is vrij groot, omdat het spanhout en het slachthout tegelijk de functie kunnen hebben het "dichtklappen" van het dier te voorkomen. Toch zijn beide begrippen in twee aparte lemmata verwerkt. Zie ook het lemma ''spanhout''. [N 28, 64; N 28, 66; N 5aII, 62b] II-1
slachtklaar vaardig: vɛ̄rǝx (Hamont) Bij het lezen van dit lemma moet men beseffen dat het begrip "slachtklaar" door de respondenten verschillend opgevat kan zijn. De betekenis kan zijn "vet genoeg om geslacht te worden" of "gereed staande voor de slachter of het slachthuis". [N 3a, 78] II-1