| 28234 |
toevoergalerij |
kopbouveau:
kǫp˱bǝvo (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zwartberg])
|
Galerij die in hoofdzaak wordt gebruikt voor de aanvoer van materiaal. De woordtypen "kopstrek" (Q 117a, 121c), "kopvoie" (K 361), "kopgalerij" (L 417), "kop" (Q 12) en "kopbouveau" (L 286) duiden erop dat de toevoergalerij zich aan het boveneinde van de pijler bevindt. Het woordtype "H.T." (L 265, Q 33) is een afkorting voor "houttoevoer". [N 95, 373; monogr.; N 95, 280 add.]
II-5
|
| 19663 |
toilet |
huisje:
hyskə (L286p Hamont, ...
L286p Hamont)
|
wc || wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
| 33594 |
tomaat |
tomaat:
tomat (L286p Hamont),
təmat* (L286p Hamont),
təmatə (L286p Hamont)
|
[ZND 34 (1940)]tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 22658 |
toneelspel |
concert (fr.):
Sub concert: oudere mensen gebruiken dit woord nog voor toneel. B.v. Ze hebben schoon concert gespeeld.
konzēər (L286p Hamont),
toneel:
Toneel spelen. Naar het toneel gaan. Zie CONCERT.
tənīəl (L286p Hamont)
|
Toneel.
III-3-2
|
| 17620 |
tong |
tong:
toŋ (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
zien tong is oangeloajen (L286p Hamont),
zin toŋ es ōngəlōjən (L286p Hamont),
zin toŋ es ōͅngəlōͅjən (L286p Hamont)
|
tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
| 34588 |
toot |
staart:
stɛrt (L286p Hamont)
|
Elk van de uitstekende delen van de berries (bij de hoogkar) of de bakbomen (bij de slagkar) achter aan de kar. De opgaven van de woordtypen top, stoot en stots zonder meervoudsuitgang zijn als meervoudig geïnterpreteerd wegens hun velair vocalisme. Door het ontbreken van een mogelijke enkelvoudige tegenopgave, is het echter mogelijk dat het hier om enkelvoudsopgaven gaat. Met het woordtype staart wordt het geheel aangeduid, in tegenstelling tot de andere woordtypen, waarmee elk deel afzonderlijk wordt benoemd. [N 17, 28 + 37a; N G, 59a; monogr]
I-13
|
| 24256 |
torenvalk |
torenvalk:
tōərəvalək (L286p Hamont),
valk:
valk (L286p Hamont)
|
torenvalk || valk [Willems (1885)]
III-4-1
|
| 28362 |
torpedo |
slee:
slę (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Het gewicht dat, nadat de remschijftransporteur is verplaatst, door de leidpijp naar beneden wordt gelaten. Wanneer de torpedo beneden is aangekomen, wordt de transportketting eraan vastgemaakt en het geheel kan dan door de machine naar boven worden getrokken. [N 95, 666]
II-5
|
| 22025 |
tortelduif |
roosduif:
roosduif (L286p Hamont),
tortelduif:
toͅrtəlduf (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
tortelduifje:
toͅrtəldyfkə (L286p Hamont, ...
L286p Hamont)
|
tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)] || Tortelduifje, streptopelia turtur T.
III-3-2, III-4-1
|
| 23159 |
touwtjespringen |
koordjespringen:
kurtjespringen (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
/
kurtje springen (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L286p Hamont),
Sub springen.
kørtjə spreŋə (L286p Hamont)
|
/ [SND (2006)] || Koordje springen. || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || touwtje springen [SND (2006)]
III-3-2
|