e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melken melken: męlǝkǝn (Hamont), mɛ.lǝkǝn (Hamont), mɛlkǝn (Hamont), mɛlǝkǝn (Hamont) Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.] I-11
melkgebit melktanden: mę.lǝktān (Hamont) Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a] I-9
melkkannetje melkpotje: mēͅləkpøtjə (Hamont) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkoe melktype: mɛlǝktip (Hamont) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkspiegel melkspiegel: mɛlkspīgǝl (Hamont) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melktanden melktanden: meləktān (Hamont), melktandjes: melktaentjəs (Hamont), meləkteͅnd`əs (Hamont), tandjes-0: tendjəs (Hamont), teͅndjəs (Hamont) kinderwoord voor tanden [ZND 07 (1924)] || melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zij: zęi̯ (Hamont) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
menneke, binnenste deel van het hok kruis: krys (Hamont) Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.] I-4
merel melder: mēͅldər (Hamont), meͅldər (Hamont, ... ), mèlder (Hamont), mêlder (Hamont, ... ), mɛ̄ldər (Hamont) merel [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] III-4-1
merg merg: mēͅrich (Hamont), meͅrəch (Hamont), mè:rg (Hamont) het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] III-1-1