e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringbaard ringbaardje: reŋbart`ə (Hamont), reŋbartjə (Hamont) ringbaard [N 10b (1961)] III-1-1
ringen ringen: reŋǝn (Hamont) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten peulen: pōələ* (Hamont), stropen: stry.əpə (Hamont) [ZND 01u (1924)]ringen, peulen van draden ontdoen I-7
ringhout meelring: [meel]rēŋk (Hamont), ringhout: rēŋkhǭwt (Hamont) Het ronde hout waarop de steenkuip staat. Zie ook afb. 81. Het woorddeel ømeelŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 19b; Sche 49; Vds 145; Jan 152; Coe 133; Grof 154; A 42A, 36 add.; N D, 33 add.] II-3
ringmus ringmus: reŋmøs (Hamont) ringmus III-4-1
ringworm negenoog: negenoĕg (Hamont), sint-catharinarad: St. Catharinaroad (Hamont) Hoe heet de huidziekte in de vorm van een wiel, waartegen Sinte Catharina wordt aangeroepen ? [ZND 48 (1954)] III-1-2
rins zuur: een zoere smaak (Hamont), zoere smaak (Hamont) Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)] III-2-3
riool riool: riūl (Hamont) Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)] III-3-1
rist rist: res (Hamont), wis: wes (Hamont) Een aantal paren klompen die met behulp van een ristband aan elkaar gebonden zijn. Ieder paar wordt met de hak in de klompopening van het voorafgaande paar geplaatst; de neuzen van de klompen wijzen daarbij paarsgewijze om en om naar buiten. Zie ook afb. 256. [N 97, 130 add.; A 29a, add.; monogr.] II-12
ritssluiting rits: Zie ook tirette.  rets (Hamont), tirette (fr.): Fr. tirette, bij tirer (= trekken).  tierèt (Hamont), Zie ook rits.  tireͅt (Hamont) rits || treksluiting III-1-3