| 25202 |
vorst, het vriezen |
vreur:
vrør (L286p Hamont)
|
vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 29897 |
vorstpan |
vorstpan:
vǭrstpan (L286p Hamont)
|
Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8]
II-8
|
| 24397 |
vos |
vos:
vos (L286p Hamont),
voͅs (L286p Hamont)
|
vos [Willems (1885)]
III-4-2
|
| 33811 |
vos, vospaard |
vos:
vǫ.s (L286p Hamont)
|
Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j]
I-9
|
| 18279 |
vouw |
plooi:
B.v. van een rok.
plø͂ͅij (L286p Hamont),
vouw:
vāuw (L286p Hamont),
ən vāw (twiə vawə) (L286p Hamont)
|
plooi || vouw || vouw (twee vouwen) [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
| 17923 |
vouwen |
vouwen:
vawə (L286p Hamont),
vāwən (L286p Hamont)
|
ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
| 33693 |
vredewis |
vreewis:
vrēi̯wɛs (L286p Hamont),
vrēǝwɛs (L286p Hamont)
|
Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.]
I-8
|
| 21398 |
vreemde (man) |
vreemde mens:
nə vrɛmdə mɛns (L286p Hamont),
vreemde, een ~:
ənə vremdə (L286p Hamont)
|
Een vreemde man. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
| 20294 |
vriend |
kameraad:
kaməro.t (L286p Hamont)
|
vriend [RND]
III-3-1
|
| 18852 |
vriendelijk |
vriendelijk:
vrĭĕndələk (L286p Hamont)
|
vriendelijk
III-1-4
|